Lichtbloemen: “Wij zijn de ziel van de bloem. Wij zijn de bloemziel.” (Claude van de Berge)
In de tempels van Bhutan zag ik in 1991 voor het eerst bloemachtige schijven van yakboter en rijstemeel, die dienst deden als offer, de zogenaamde torma’s.
Hun aanblik trof me omdat het laatste schilderij dat ik voor mijn reis maakte net zo’n, uit concentrische cirkels opgebouwde schijf van licht liet zien!
De reis door Bhutan inspireerde me om een serie schilderijen te maken van cirkels met stralend middelpunt die zowel aan sterren als aan bloemen deden denken. Het was de verste reis die ik ooit maakte. De schilderijen die daarna ontstonden waren de meest verinnerlijkte beelden die ik tot dan toe maakte.
De schijven waren onderdeel van een horizontale en verticale compositie. Voor het eerst gebruikte ik naast rechte kleurstreepjes ook boogjes en komma’s, die oplichtten tegen een donkere achtergrond.
Ik schreef toen: “Mijn verbeeldingen van het begrip ’torma’ blijken compacte metaforen te zijn van mijn ervaringen en van het pogen om het leven met al zijn tegenstellingen als totaliteit te accepteren. Het is een reis door alle kleuren van de kleurencirkel heen.”
Van deze serie maakte ik een hand-gebonden boekje (oplage 50 exemplaren) met dertien torma’s begeleid door korte gedichten. Hieronder drie gedichten:
Alleen nog het ritme
waarin de ene kleur de andere doordringt
en het verschijnen van alle kleuren in elkaar.
Kleuren banen zich een stille weg
glanzend door hun tegendeel,
bevrijden zich al spiegelend
uit de binnenste duisternis.
Op de grens van zichtbaarheid
dijt de klank onzichtbaar uit
in steeds wijdere kringen
tot waar niets meer hoorbaar/zichtbaar is;
en waar een steen geworpen werd
water weer spiegel is
en alles doorschijnend.
Nadat ik deze serie meditatieve beelden had voltooid richtte ik mijn blik voor langere tijd vooral op het gelaagde verhaal van het landschap en de zichtbare natuur buiten me.
Het is nu juni 2015 en ik zie de relatie tussen de ’torma-serie’ en het recente schilderij ‘Bevruchting’.
De geometrische compositie van toen met een middelpunt heeft nu plaatsgemaakt voor een organische opbouw met meerdere middelpunten, die op een vloeiende manier met elkaar zijn verbonden.
Men kan er een tuin in vermoeden. Ik noem de serie dan ook ‘Lichttuin’. De tuin is een plek waar de natuur het meest dichtbij is. Vanuit mijn atelier en woonkamer kijk ik uit op mijn tuin. In oktober 2011 maakte ik het eerste ‘Lichttuin’-schilderij; het vervolg liet vier jaar op zich wachten. In de serie houtskool-tekeningen van 2013 maakten de lichtbloemen zich wel al kenbaar.
Ik keer terug in mijn binnenruimte, maar nu vervuld van de volheid van de zichtbare natuur. En zonder de aandrang om buiten- en binnenwereld als twee verschillende momenten te willen ervaren.
Mijn reis door de kleuren gaat opnieuw een volgende fase in. Schilderen wordt nog meer stil en aandachtig aanwezig zijn, daar waar het geschapene en het on-geschapene elkaar raken…