Slangenlijnbomen — De strijd tussen slang en arend
Op een enkel schilderij uit de beginperiode na, kenmerkte mijn werk zich meer dan vijfentwintig jaren lang door het ontbreken van bomen — er is dan vooral ruimte, met als contrapunt soms een liggende tak of steen onder in het beeld.
In 1997 maak ik enkele grote kringen van takken als een eerste verkenning in het voor mij nog onbekende, schemerige boslandschap, en twee kleine kringen van houtjes van dertien verschillende boomsoorten (zie foto hierboven, ‘kring van houtjes’) als kennismaking met de verschillende houtsoorten.
Vervolgens vind ik mijn inspiratie vooral in de Schinveldse Bossen en maak ik tussen 2003 en 2014 verschillende series met takken, bomen en stronken (‘Stroomhout’, ‘Bronbos’, ‘Stroombos’, ‘Stroom, geworteld’). Ook maak ik in 2010 een serie pentekeningen van bomen op krachtplekken met bijbehorend boekje met gedichten en een wandelroute met als titel ‘Bomen, verbinding’.
Gedurende deze jaren observeer ik hoe bomen op krachtplekken groeien en bezoek ze regelmatig tijdens mijn wandelingen. En elke keer voel ik verwondering en deel ik soms in de subtiele energie van de plek waar de bomen groeien.
Maar waarom voel ik me zo aangetrokken tot bomen met opvallend hoekige, golvende, spiralende, naar beneden gerichte, of aan elkaar gegroeide takken?
De fascinerende groeivormen van deze ‘slangenlijnbomen’ lijken te getuigen van een sterke inwerking van buitenaf, van een krachtveld dat hun biologische mogelijkheden vaak te boven gaat. Het zijn bomen met een individueel karakter waarin meer weerstand is overwonnen dan bij andere bomen, met name de spanning tussen naar boven en naar beneden gerichte groei. Jarenlang onderzoek leerde me dat deze bomen groeien op zogenaamde slangenlijnen, daar waar de kosmisch-vrouwelijke frequenties van de vijf elementen zich verbinden met onderaardse frequenties van water en aardevuur. Ik noem het ‘zwarte-Maria-plekken’.
In mezelf en mijn werk heb ik ook altijd een spanningsveld ervaren tussen tegengestelde krachten, en de behoefte gevoeld om deze te verbinden. Deze bomen lijken me te tonen hoe je je kunt verbinden met het licht in de aarde.
Arend en slang
In vele streken en werelddelen kan men mythes vinden over de strijd tussen de arend en de slang. De arend die de hemelse orde vertegenwoordigd overwint in deze mythologie steeds de chaotische, duistere krachten die door de slang worden gesymboliseerd. In het Christendom leeft dit voort in het beeld van aartsengel Michael met de draak en van Maria die op de slang staat. Ton Lemaire schrijft hierover in ‘Op de vleugels van de ziel’: ”In het licht van dit alles waag ik de hypothese dat deze strijd van arend en slang (..) kosmische proporties heeft. Het drukt een reeks van elementaire tegenstellingen uit: hoog-laag, hemel-onderwereld, zonlicht-duisternis, god-demonen, en meestal ook goed-kwaad.”
In mijn beleving is de tijd aangebroken dat deze dualiteit wordt getransformeerd in de verbinding en vereniging van deze tegenstelling. Dit is waarschijnlijk wat me, aanvankelijk onbewust, in de slangenbomen aantrok, ze verbinden als het ware de schijnbare tegenpolen van het hemelse en het onderaardse.
In de westerse cultuur wordt het bewustzijn van zowel de chtonische natuur (slang) als van de geestelijke dimensie (arend) onderdrukt d.m.v. rationalisatie die op dit moment zijn hoogtepunt vindt in het feit dat alle menselijke waarden in geld worden uitgedrukt en wetenschappelijk getoetst moeten worden. Tevens zien we hoe een fundamentalistische beweging als IS zogenaamd uit naam van de hemelse orde juist vernietigende, chaotische krachten in praktijk brengen en zo de gespletenheid tussen arend en slang vergroten…
Ik vraag me af of het maken van schilderijen er in deze tijd nog toe doet, maar ik kan niet anders…