Een nieuwe ruimtelijkheid
Vanaf het begin bepalen natuur en landschap de thematiek van mijn werk, met daarin opgenomen het ordenend principe van de geometrie. In mijn beleving van het landschap staat vooral de horizontaal-verticale ordening (het transparant kruis) centraal. In de loop van de jaren projecteer ik in deze landschappelijke ruimte ook andere geometrische vormen — zoals ruit, driehoek, cirkel en ovaal — die zo ook een psychisch-geestelijke ruimte wordt. Een zoektocht naar verbinding tussen binnen en buiten.
In 2017 begint echter een nieuwe fase waarin een nieuwe ruimtelijkheid zich aankondigt, die ik ervaar als rond, en waarin alles op vloeiende wijze verbonden is met elkaar — een paradijselijke kwaliteit van eenheid. Deze etherische ruimtelijkheid beeld ik niet uit door middel van landschappelijke elementen — buiten me — maar als een stroom in me. Soms ervaar ik ’s nachts het vibreren van deze stroom en ik kan niet anders dan het laten doorstromen in mijn werk. Zowel de geometrie als de mensfiguur zijn nu opgenomen in een organisch geheel.
Hierbij drie werken uit drie verschillende perioden waarin zowel de menselijke figuur als het thema opstanding een rol spelen. In het eerste staat een mens voor een horizontaal-verticaal geordende ruimte dat in vogelperspectief is uitgebuild. Het doet me denken aan ‘Zwerver boven de mist’ van Caspar David Friedrich. In het tweede werk ziet men de rechthoek van een envelop waaruit een organisch gevormd kruis opstijgt. In het derde is alles rond en vloeiend rondom een zwarte figuur. Zelden gebruikte ik zwart en wit, de kleuren van transformatie.