Kristalbos — Tüdderner Venn 1
De dagboek-items met als titel ‘Kristalbos’ vormen een geheel en zijn onderdeel van een nieuw project. Sinds eind 2017 heb ik mijn onderzoek naar natuur en levensenergie uitgebreid van het Schinveldse Bos, dat me vele jaren inspireerde, naar zes andere bossen in een straal van ± 10 km rond mijn woonplek in Schinveld. Het Kristalbos-project omvat teksten, foto’s, plattegronden en schilderijen. In Kristalbos — Inleiding kan men algemene informatie vinden over dit project.
‘Common’
Mensen zoeken verbinding, met hun sociale omgeving, maar zeker ook met hun landschappelijke omgeving. Mijn fascinatie voor oude sporen in het landschap zoals kerk- en grafheuvels, bergjes en kuilen, heeft alles te maken met het gegeven dat andere culturen zich ooit op deze plekken verbonden met de levens-energetische en kosmische stromen, als de niet-geziene heelheid van het plaatselijke landschap — die ook nu wacht op onze aandacht. Elke cultuur legt weer andere verbindingen met de ongeziene krachten in de natuur. Welke verbindingen legt onze cultuur…? Denken leidt (in de vorm van nieuwe technologie) tot steeds meer fragmentatie en separatie, en tot steeds kleinere vormen (data), waardoor de mens steeds moeilijker tot het ervaren van eenheid komt. Het ervaren van en delen met elkaar van ’gemeenschap’ en heelheid in het plaatselijke landschap op natuurplekken kan inspireren tot een nieuw, basaal besef van levens-energetische gemeenschap of ‘common’ (‘common’ in de betekenis van gemeenschappelijk beheer en gebruik van grond in de Middeleeuwen en in contrast met eigendomsrecht en privé-bezit van grond, water, natuur, data, kennis etc).
Een bijna volmaakte lentedag
12 april 2018: Het is een volmaakte lentedag als ik over het lange pad langs de Rode Beek naar het bos loop dat zich uitstrekt op de noordhelling van het Rode Beekdal tussen Süsterseel en Tüddern. Vandaag is alles ingetogen en zacht, de nog mistige atmosfeer, de gesluierde zon, de sluiers van lentegroen in de broekbossen. Stralend groen schiet uit de aarde en uit de boomknoppen. Het stroompje van de beek kabbelt continu naast me, in een iets lager tempo dan ik, maar aangezien ik af en toe stop om in het bos te kijken haalt het water me weer in zodat we , vermoed ik, gelijktijdig bij het grote elzenbroek bij Tüddern aankomen. Daar laat ik de beek links liggen om verder door het grote elzenbroek van het Tüdderner Venn te lopen. Ik loop het drassige bos in om er de sfeer te voelen. Ik maak foto’s van helder groene eilandjes van gras die fris afsteken tegen de nog grauwbruine bodem. Deze broekbossen zijn de enige nog overgebleven en onaangetaste oude bossen in het plaatselijk landschap.
Als ik het elzenbroek verlaat en de helling van het beekdal omhoog loop kom ik langs een IJzertijd grafveld. Tegen de achtergrond van een iets hoger gelegen Frankische cultus-heuvel liggen drie cirkelvormige grafheuvels. Op het wigvormige plateau dat ik toen in een boekje over ‘heilige plekken’ tot ‘Zonneheuvel’ doopte, strooide ik in 2009 een cirkel met oker pigment. Ik noemde deze heuvel toen zo omdat één zijde georiënteerd is op de zonsopkomst van midzomer. Op een info-bordje, nadien bevestigd op een mooie kei, staat vermeldt dat de ’Zonneheuvel’ met de noordpunt wijst naar een priestergraf (sjamaangraf), een klein bergje, iets hoger dan de andere grafheuvels.
Waar ik het bos vervolgens aan de noord-westkant van de weg ‘An der Waldschänke’ binnen ga vind ik een mooie glanzende steen. In mijn verbeelding wordt het een polijststeen uit de IJzertijd. Vandaag wil ik, met behulp van een wichelroede, de driehoek van de Rode, Zwarte en Witte-plek lokaliseren in de noord-west hoek van het grote bos bij Tüddern.
Ik was er in de vele jaren dat we in Schinveld wonen al meerdere keren samen met Lidy langs gefietst en steeds had ik het gevoel dat er in dit stuk bos ‘iets’ was, maar fietste dan weer verder. Op 4 augustus 2017 werd ik opnieuw tijdens een van mijn eerste lange wandelingen aangetrokken door deze plek en de bomen die me als verstilde aardetekens leken te roepen. Ik schreef die dag: “Ik loop het bos in omdat het silhouet van een eik en enkele ondiepe kuilen iets hoger op de helling me aantrekken. Is dit een ‘natuurtempel’ die ik nog niet ken? Ik zie een plek met minder ondergroei (‘Lichtung’) omringd door hoge eiken en tamme kastanjes, en in hun midden een tamme kastanje met liggende (!) hoofdstam die eerst twee verticale zijstammen heeft gevormd voordat hij met een bocht omhoog klimt, leunend tegen de stam van een eik.
Ik ga tegen een boom zitten waarvan ik vermoed dat het de centrale eik is, en die geflankeerd wordt door twee lijsterbessen. Ik bewonder hun gladde, sierlijk gebogen takken en hun opvallende wortels. Ik voel van alles tegelijk — opwinding, heldere aandacht, blijdschap, het kind in mezelf.” Twee nachten lang voel ik daarna hoe de levensenergie (o.a. ‘warmte’) van de plek in me doorwerkt. Vandaag (12 april 2018) lokaliseer ik hier een Witte-plek, die zich precies tot aan de rand van een afgraving met jongere aanplant uitstrekt. Deze ervaring zal aanleiding zijn tot het maken van een schilderij, maar het duurt nog tot augustus voordat ik de innerlijke rust heb om een zuiver innerlijk beeld hiervan te schilderen.
4 Augustus 2017: “Boven aan de helling in de bosrand valt me nog een bijzonder silhouet op. Als ik dichterbij kom zie ik dat het een holle lindeboom is. Ik blijf lang kijken, verwonderd over hoe de fijne twijgen van de jonge zijstam de (levens-energetische) ruimte aftast. De linde groeit op een Maria-plek (MA), die verbonden is met de westelijke driehoek. Nergens anders in het hele bos zag ik een linde. Is hij hier ooit geplant, of is het een nazaat van een veel oudere linde?”
26 september 2017: “Ik bezoek het bos voor de tweede keer, maak foto’s en een krabbeltje van de lindeboom. Vanaf de linde loop ik dan verder naar de westelijke bosrand waar ik nog meer oude eiken naast grote kuilen vind. In een kuil lokaliseer ik de Zwarte-plek. Als ik daarna verder door het bos in oostelijke richting loop passeer ik aan de rand van de visvijvers een mooie slangenlijn-eik.”